Redders geëerd na hulp bij ongeval

 

Toespraak van burgemeester Johanneke Liemburg bij het uitreiken van de bronzen medailles met getuigschriften van de Maatschappij tot Redding van Drenkelingen aan Wouter Hylkema en Tjalling Rodenhuis,  9 december 2009 op het Gemeentehuis van Littenseradiel in Wommels.

 

In een gemeente als die van ons ontgaat je weinig. Zo wist ik dat er in het kleine maar echte wintertje van 2009, op 12 januari 2009,  een auto te water was geraakt bij Jorwert, met de bestuurder er nog in. Het liep gelukkig goed af, dankzij het kordate optreden van Tjalling Rodenhuis en Wouter Hylkema. ‘Bestuurder heeft zeker erg veel geluk gehad’, meldde de politie en daarmee was voor mij de kous af.  Anderhalve maand later kreeg ik een e-mail van Martha Groenveld van de politie. Zij gaf het verzoek door van het slachtoffer of de politie of de gemeente zijn redders een dankbetuiging kon bezorgen. De heer Barkema, zo heette het slachtoffer,  wilde het waarom graag toelichten, schreef Martha, ik laat het graag aan jullie over. ‘Het moet niet gekker worden’, dacht ik in het Fries. Ik herinnerde mij, dat het slachtoffer in zijn auto had zitten bellen en vond het verzoek eerlijk gezegd wat overdreven. Ik kon mij voorstellen, dat hij zijn redders wilde bedanken, maar dat kon hij toch zelf wel doen? Wat had de gemeente daar mee te maken? Ik vertelde dat ook aan Martha. De politie wil anders wel meer de nadruk leggen op positieve zaken, probeerde ze nog, maar het leek mij niet nodig om met iedere mode mee te doen. Ik beloofde haar de heer Barkema te bellen om hem uit te leggen dat wij het hier heel normaal vinden om mensen in nood te helpen. Daar hoeven wij echt geen aparte beloning voor. Dat ze in de rest van Nederland misschien de andere kant opkijken is erg genoeg, maar dat hoeft voor ons geen reden te zijn om dan ook maar raar te doen.

 

Maar in het gesprek dat ik vervolgens met Ben Barkema had, wierp hij een ander licht op de zaak. Hij maakte mij duidelijk, dat het ook voor zijn redders een hele traumatische gebeurtenis moet zijn geweest. Natuurlijk had hij hen bedankt, maar dat was niet voldoende.  Hij vertelde hoe moeilijk het voor zijn redders geweest moet zijn, om hem in die donkere winternacht te vinden, nadat ze door zijn vrouw gewaarschuwd waren. Barkema was op werkbezoek geweest bij Hylkema en Rodenhuis en was door de gladheid van de weg geraakt. De auto kantelde, sloeg over de kop op het ijs en schoot daarna met de voorkant onder het ijs het water in. Het lukte hem nog net uit de gordel te komen en rechtop te gaan zitten, terwijl het ijswater tot aan zijn schouders steeg. In die toestand wist hij telefonisch zijn vrouw te bereiken. Zij heeft Hylkema en Rodenhuis gewaarschuwd. Beide mannen gingen meteen op weg, de koude donkere nacht in. Dat is iets anders dan even ontspannen een eindje om gaan. 

Toen zij de auto vonden en in het water stapten, konden zij het portier niet open krijgen.  Gelukkig was er een voorbijganger met een life-hammer, die door Wouter Hylkema van de wal werd gehaald. Hij vernielde het raam in het autoportier, maar Barkema verkeerde toen al in een fase, dat het hem allemaal weinig meer kon schelen. Hij wilde er niet meer uit en gaf niet mee. Hij kwam pas weer enigszins bij zinnen, toen Hylkema hem stevig toesprak, in het Fries. Er is op dit moment in Friesland een discussie gaande over het taalgebruik bij rampen. Dit voorbeeld bewijst, dat in geval van echte nood de taal er niet meer toe doet, de boodschap komt wel over. Rodenhuis heeft Barkema vervolgens gedwongen de tachtig meter af te leggen naar de dichtstbijzijnde boerderij, die van Bonne Hylkema, de vader van Wouter. Ik hoef natuurlijk niet uit te leggen, dat niet alleen het slachtoffer, maar ook zijn redders helemaal doorweekt en ijs- en ijskoud waren geworden. Op de boerderij van Debbie en Bonne Hylkema die meteen de ernst van de situatie inzagen, is Barkema onder de douche gezet zodat hij kon ontdooien, met behulp van het intussen gearriveerde ambulancepersoneel.

 

Wouter Hylkema en Tjalling Rodenhuis staan vanochtend in het middelpunt van de belangstelling, maar er waren die avond meer mensen die meteen wisten wat ze moesten doen. Bonne Hylkema en zijn partner Debbie heb ik al genoemd. Verder heeft de brandweerman die Barkema onderweg naar de boerderij van Hylkema vroeg of er nog meer mensen in de auto zaten, op hem diepe indruk gemaakt. Wij denken, dat dat Peter de Bruin van het brandweercorps Mantgum is geweest, maar de Bruin, die hier vanochtend helaas niet kan zijn, heeft ons verteld dat hij de vraag pas stelde,  toen Barkema al onder de douche stond.  Politieman Jan Haitsma die onderweg was naar een nachtdienst in Oosterwolde, was na de redders als eerste ter plaatse om te constateren dat er een knap staaltje werk was verricht. De nazorg van Haitsma heeft Barkema geholpen om alles te verwerken.

De hulpdiensten, politie, ambulance en brandweer, hebben zich op die avond van de 12e januari van hun beste kant laten zien, dat is gelukkig de kant die wij van hen gewend zijn te zien.

Maar zonder het kordate optreden van Wouter Hylkema en Tjalling Rodenhuis waren ze misschien te laat geweest. Ben Barkema heeft ons er met zijn verhaal van overtuigd, dat het niet alleen op zijn weg lag om deze mensen te bedanken, maar ook die van de samenleving. De gemeente heeft voor dergelijke mensen geen medailles, maar de Maatschappij tot Redding van Drenkelingen – opgericht in 1767 ! – gelukkig wel. Het bestuur van de Maatschappij heeft besloten twee bronzen medailles met getuigschriften toe te kennen aan deze beide mannen en ik heb de eer deze vanmorgen te mogen uitreiken.